maandag 24 oktober 2011

stempelen

Stempelen 1 – Het begin
De technieken die je vandaag gaat leren, laten allerminst zien dat je een beginnend stempelaar bent. Ook ervaren stempelaars gebruiken deze technieken, want eigenlijk bestaat er niet zoiets als een “beginnerstechniek De kracht van stempelen is juist dat het er zo professioneel uit ziet. Je hoeft niet goed te kunnen tekenen, want dat heeft iemand al voor je gedaan. Het is gewoon een kwestie van je materiaal kennen, weten hoe je er mee om moet gaan. En dat gaan we  je leren.
Waar stempels van gemaakt zijn.
Stempels die het meest gebruikt worden zijn van rubber, siliconen (zgn. clearstamps) of foam. De truc van een scherpe afdruk zit hem in het inveren van het materiaal waar je stempel van gemaakt is.

Rubberstempels zijn kwalitatief de meest hoogwaardige stempels Ze zijn meestal “gemount”, dat wil zeggen dat ze op een houten houder zijn geplakt met een soort verende tussenlaag. Rubberstempels zijn soms ook unmounted verkrijgbaar. Je moet ze dan bijvoorbeeld met klittenband op een blok plakken (loop tape), of ze hebben een soort plaklaag van de fabrikant meegekregen, waardoor ze op een acrylblok blijven plakken De afdrukken die je met rubber krijgt, zijn het scherpst van alle soorten stempels. Als je je stempels goed verzorgt, gaan ze je leven lang mee.

Clearstamps zijn er in vele soorten en kwaliteiten De gemeenschappelijke eigenschap die clearstamps hebben, is dat je er doorheen kunt kijken. Dat is heel handig, want dan kun je tenminste zien waar je stempelt. De kwaliteit van clearstamps varieert nogal, evenals de aanschafprijs. Tegenwoordig stappen alle grote stempelmerken ook in de business waardoor de kwaliteit van de clearstamps in zijn geheel duidelijk verbeterd is De eerste clearstamps waren vaak Vrij grove afbeeldingen van extreem zacht siliconen, waardoor je vaak heel dikke lijnen kreeg. Tegenwoordig is dat probleem niet echt meer aanwezig, al moet je wel even wennen aan het materiaal Clearstamps veren nou eenmaal meer in dan rubberstempels. clearstamps koop je niet voor de eeuwigheid, maar je kunt er absoluut jarenlang plezier van hebben als je ze goed verzorgt.

Foamstempels zijn als eerste in het scrapbooken geïntroduceerd Het zijn vaak vrij grote afbeeldingen, die voornamelijk met behulp van acrylverf worden afgedrukt, Foamstempels lenen zich echter ook prima voor gebruik met inkten, al worden ze niet echt mooier van het gebruik van bijvoorbeeld watervaste inkten. Een scherpe afdruk krijgen met een foamstempel vergt enige oefening. Maar de meeste foamstempels zijn juist het leukst als je ze niet zo perfect afdrukt. Foamstempels zijn veel grover van afbeelding dan rubber of clear stempels. Ook voor foamstempels geldt dat je ze niet voor de eeuwigheid koopt, maar dat je er echt jarenlang lol van kunt hebben, mits je ze goed behandelt.
Inkt- en verfsoorten.
Er bestaan enorm veel inktsoorten om mee te stempelen. En er zijn ook verschillende soorten verf waarmee je kunt stempelen. Er bestaan heel veel indelingen waarin de inktsoorten te verdelen zijn Grofweg heb je watervaste inkten zoals StazOn, Ancient Page, Mica Magic etc. en inkten op waterbasis, zoals Colorbox en Distress inkt. Verder bestaan er ook nog speciale inktkussens, zoals watermerkinkt (bijv Versamark), bleekinkt en lijminkt.

Watervaste inkt gebruik je als je niet wilt dat je inkt “uitwaaiert’ als je er met water overheen gaat. StazOn is de meest gebruikte watervaste inkt, omdat deze ook heel goed op sheets/transparanties kan stempelen Ook op foto’s en andere niet poreuze ondergronden (metaal’) blijft StazOn zitten, zonder dat je de heattool hoeft te gebruiken.
 Naast inkt kun je ook verf gebruiken om mee te stempelen. De meest gebruikte verfsoorten zijn acrylverf en aquarelverf. Acrylverf wordt voornamelijk op foamstempels gebruikt. Je druppelt wat verf uit een flesje op een bordje en vervolgens smeer je dat met een foamkwast op je stempel. Acrylverf is ook te koop in de zogenaamde dabbers. Dit zijn flesjes verf met een soort ingebouwde sponskwast. Heel handig en vrijwel knoeivrij. Dabbers bestaan nog niet zo lang, maar het is absoluut een handige uitvinding!

Stempels schoonmaken.
Wellicht niet je meest favoriete bezigheid, maar onvermijdelijk bij stempelen is het schoonmaken van je stempels. De lol is er gauw van af als je nog vlug een tekstje met blauw wilt stempelen en er bleek nog rood op de stempel te zitten. Probeer voor ogen te houden dat je stempels ook veel langer meegaan als je ze netjes schoonmaakt. Het schoonmaken van stempels doe je met een babydoekje Dat ruikt lekker, je krijgt er zachte, frisse handen van, het droogt snel weer op en de lotion verzorgt niet alleen babybilletjes, ook je rubber blijft er heerlijk soepel van.

Als je met watervaste inkt werkt, heb je een speciale cleaner nodig, bijvoorbeeld die van Stazon. Er heerst een hardnekkig misverstand dat de cleaners niet te gebruiken zijn op cleastamps. De chemicaliën van de cleaner zouden de siliconen aantasten. Zelf heb ik er nog nooit problemen mee gehad, maar je kunt het voor de zekerheid eerst op een klein stukje uitproberen Wel bestaan er clearstamps waar je watervaste inkt gewoon niet meer vanaf krijgt. Zolang de inkt echt niet meer afgeeft, hoeft dit geen belemmering te zijn bij het stempelen.
 
Foamstempels zijn behalve met een babydoekje ook onder een lauwwarme kraan schoon te maken, eventueel met wat afwasmiddel. Veel clear stempels kunnen daar ook wel tegen, maar je rubberstempels kun je beter niet onder de kraan houden.

Klaar voor de start.
Om lekker te stempelen werk je het best op een ondergrond van een stapeltje papier. Ken je die bureauonderleggers waar je elke dag/week/maand een blad van af scheurt7 Dat zijn ideale dingen om onder je stempelprojecten te houden. Een stapeltje printpapier werkt natuurlijk ook. De onderlegger heeft twee voordelen, allereerst worden je afdrukken mooier omdat de ondergrond iets meer meegeeft dan een tafelblad en ten tweede heb je alle ruimte om dingetjes even uit te proberen voor je op je project stempelt.
Het beïnkten van stempels moet je anders doen dan je waarschijnlijk logisch vindt Wie als kind wel eens gestempeld heeft, duwde destijds waarschijnlijk de stempel op het inktkussen. Deze methode werkt uiteraard nog steeds, maar je kunt het beter andersom doen. Hou je stempel op z’n kop vast en dep het inktkussen een aantal keer op je stempel totdat er genoeg inkt op zit. Op deze manier heb je meer controle op het beïnkten van je stempel Je ziet het op tijd als er ongewenste randjes beinkt zijn.

Basistechniek 1: Generatie-stempelen
Ik wist aanvankelijk niet dat deze techniek zelfs een echte naam had, maar bij Creating Keepsakes hebben ze het gebombardeerd tot Generatiestempelen. Het is eigenlijk niets anders dan het meerdere malen afdrukken van een stempel zonder deze steeds opnieuw te beïnkten, Hierdoor vervaagt de afdruk als het ware, waardoor je een afwisselend beeld creëert. Een zeer handige techniek om achtergrondjes mee te maken. Ook heel handig om je inkt een beetje mee te leren kennen, want niet elke inkt en ook niet elke kleur geeft hetzelfde resultaat. Dat is vooral een kwestie van veel uitproberen en beslissen wat je zelf het mooiste vindt.

Basistechniek 3: Versamark
Met Versamark zijn verschiflende leuke effecten te bereiken. Het is een bijzondere inksoort, die een beetje
kleverig aandoet en langzaam droogt. De manieren waarop Versamark op de tweede cursuskaart
gebruikt is:

• Naturel (zowel van het ntkussen als met de marker)
• Met chalks overveegd
• Met chalks gedept
• Met embossingpoeder

Versamark naturel gebruiken
Versamark is een watermerkint. Je kunt er dus watermerken mee aanbrengen op papier. Daarbij geldt dat hoe donkerder het papier is, hoe duidelijk je de inkt ziet. Als eerste kun je met de blaadjesstempel en het inktkussen afdrukken maken op de bruine strook. Je ziet dat het net is of je met heel donkerbuin hebt gestempeld Versamark kleurt gekleurd papier wat donkerder, maar het behoudt dezelfde tint. Het kleurt dus altijd goed.

Met chalks over Versamark vegen
De bloemetjesachtergrond op het gescheurde stuk is gestempeld met Versamark op redelijk licht oranje
papier. Vervolgens is er met een watje en donkerbruine chalk overheen geveegd. Daar waar de
Versamark zit, blijft meer chalk zitten (en het kleurt wat donkerder) dan op ander delen van het papier
Deze techiek is ook heel leuk op wit papier met verschillende kleuren chalk over elkaar.


Met chalks deppen op Versamark
De bloem op de voorgrond is met Versamark op glad wit papier gestempeld. Omdat het papier glad is en de Versamark langzaam droogt, veeg je de lijnen uit als je hier de veeg techniek op loslaat Een manier om een heel scherpe afdruk te behouden, is om de chalks als het ware op de Versamark te deppen. Dit doe je met sponsstokjes Dep herhaaldelijk met verschillende kleuren op de afbeelding. Werk vergelijkbaar als met de aquareltechniek, let op lichtval en begin met de lichtste kleur.


Versamark en embossingpoeder
Versamark is vrij plakkerig, dus ideaal om mee te embossen. De tekst ‘Bedankt is op deze kaart met Versamark gestempeld en vervolgens is er goud embossingpoeder over gestrooid. Laat het smelten met behulp van de heattool. Meer over de mogelijkheden van embossingpoeder leer je met kaart 3 van deze cursus (zie basistechniek 4).


Basistechniek 4: Embossingpoeder.
Er zijn heel veel verschillende embossingpoeders te koop, in alle kleuren van de regenboog. De poeders zijn er ook in de diverse “metaalkleuren” zoals goud, zilver en koper. Ook wit, zwart en doorzichtig embossingpoeder behoren tot het arsenaal poeders dat bestaat.

Het principe van embossingpoeder is vrij eenvoudig. Daar waar (natte) inkt zit, blijft de poeder kleven. Als je vervolgens het poeder met de heattool verwarmt, smelt het aan de ondergrond vast. Voor het werken met embossingpoeders kun je het beste Versamark gebruiken als inkt Die blijft Vrij lang kleverig en je ziet er niks van, omdat de inkt geen kleur heeft. Er wordt vaak beweerd dat je met bijvoorbeeld goud poeder ook gouden inkt moet gebruiken. Dit heeft te maken met de mogelijkheid dat er stukjes van het poeder kunnen afbreken. Als je dan in dezelfde kleur op de ondergrond hebt gestempeld, valt het niet zo op als er en stukje poeder mist. Maar als de embossinglaag goed gesmolten is, zullen er niet snel stukjes afspringen. Je kunt Versamark dus met een gerust hart met alle poeders gebruiken. De enige uitzondering die ik ken, is de sparkle embossingpoeder. Dit is een transparante poeder met glitters er in. Deze komt niet zo mooi uit als je er Versamark onder gebruikt. Gebruik dan een langzaam drogende inkt op waterbasis, De Cat’s eyes van colorbox werken ook met embossingpoeder, maar je moet dan wel een beetje doorwerken, anders is de inkt droog. Met Chalk inkt en watervaste inkten kun je niet embossen omdat deze te snel droog zijn. Distress inkt leent zich juist weer heel goed om mee te embossen, want dat blijft lang nat.

Leg voor je gaat embossen een opengevouwen papiertje onder je werkstuk. Maak vervolgens je afdrukken. Op het derde kaartje van deze cursus is de achtergrond met Versamark bestempeld en vervolgens met zilver embossingpoeder bestrooid. Tik het overtollige poeder van je kaart op het opengevouwen papier er onder. Tik het poeder op het velletje nu naar de vouw toe en giet het overtollige poeder terug in het potje.

Tip: Soms blijft de poeder ook hangen” daar waar je bijvoorbeeld je vinger op het papier hebt gehouden Hou daarom altijd een kwastje in de buurt als je met embossingpoeder werkt. Daarmee kun je ongewenst hangpoeder altijd nog verwijderen. Doe dit wel v66rje met de heattool aan de gang gaat, anders smelt het poeder ook daar waar je het niet wilt hebben.

Smelt het poeder met de heattool. Zodra het poeder begint te smelten, zie je het van kleur veranderen, omdat het vloeibaar wordt. Als het poeder net gesmolten is, moet je het even af laten koelen voor je er met je vingers aan komt. Mocht je er toch per ongeluk ingrijpen terwijl de poeder nog niet afgekoeld is, dan kun je de schade vaak nog wel herstellen door het poeder nog een keer te verwarmen. Zo smelt je eventuele vingerafdrukken weer weg. Ook het labeltje met de tekst “Love & cherish’ is met Versamark gestempeld en vervolgens met zilver embossingpoeder bewerkt, om het van metaal te laten lijken.

Je kunt poeders ook met langzaam drogende inkt op waterbasis gebruiken. De twee hartjes op de kaart zijn met een Cat’s eye (Eggplant) gestempeld en toen bestrooid met sparkle embossingpoeder.

En nu zelf aan de slag!
Met de beginnerscursus heb je een aantal technieken geleerd waarmee je eindeloos kunt gaan variëren. Je kunt verschillende technieken op één project loslaten, verschillende stempelsoorten door elkaar gebruiken, inkt en verf op één project combineren, etc, etc. Durf dingen uit te proberen en ga op zoek naar jouw eigen stijl.

We wensen je veel stempelplezier Happy Scrappy girls.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten